12
ter die veel voor me deed. En hij stierf ... Ja, ik weet wat je voelt.’
‘Gebeurde dat ook in dit klooster, vader prior?’
‘Nee, ik ben opgeleid in het hoofdklooster van de kruisheren in
Hoei. Dat ligt ver in het zuiden. Maar wat kan ik voor je doen?’
Rare gedachte, een jonge Ludolphus die eens ook verdrietig door
een klooster liep.
‘Je wilt zeker weten hoe het nu verder moet met jou? Broeder
Simon heeft je veel laten doen in de tuin, dat wordt nu het hoofd-
werk van broeder Marcus. Hij zal trouwens jullie nieuwe novicen-
meester worden.’
Folcmar heeft moeite niet teleurgesteld te kijken. Broeder Marcus
met z’n ontevreden gezicht en humeurige buien. Bah, heel wat
anders dan de milde pater Simon. Hij kent broeder Marcus al heel
goed, want elke dag werkte broeder Simon een paar uur in het
scriptorium, de schrijfzaal. Daar was voor Folcmar en de anderen
novicen natuurlijk geen werk en in die tijd lette Marcus met z’n
zure gezicht op hen.
‘Lezen en schrijven heb je al wat geleerd, en in de ochtenden krijg je
gewoon les. ’s Middags ga je naar broeder Marcus. Hij zal je aan het
werk zetten. Als novice doe je mee met het zingen van de getijden.
Nog vragen?’
‘Ja, vader prior. Van de oude Simon kreeg ik dit. Kunt u mij hier iets
meer over vertellen?’ Folcmars stem zakt weg. De scherpe ogen in
het smalle gezicht van prior Ludolphus drukken af keuring uit. Hij
pakt de halve, houten bal van Folcmar aan en draait die om en om.
‘Jij bent als vondeling voor de kloosterpoort gevonden met een
zakje zout om je nek. Dat was het bewijs van je doop. Meer weet ik
niet. Ik roep pater Petrus. Hij is de man van onze librije, de biblio-
theek, en is het langste in ons klooster.’
De prior gaat staan, legt de halve bal neer en loopt de werkkamer
uit. Zijn gezicht is in strakke rimpels getrokken. Die halve houten
bal zit hem dwars. Die jongen is op een van de kloosterboerderij-
en opgegroeid. Nu is hij novice en kan binnen een jaar volwaardig
kruisheer zijn. Over een maand mag z’n flodderige habijt verwisseld
worden voor echte kruisherenkleding. Hij is in dit klooster opgeleid
