19
neus duwt. Die heeft het bordje al lang herkend en kan met moeite
een glimlach onderdrukken. Zijn tekening staat er nog op, maar het
raampje met het hoofd van pater Johannes is weggeveegd.
‘Zie ik het goed? Lach je echt?’
‘Ik had ook magister Johannes getekend. Maar dat heeft hij zeker
weggeveegd,’ mompelt Folcmar beschaamd.
‘Ga daar zitten en pak de ganzenveer.’ De prior knikt naar z’n eigen
stoel. Verbaasd gehoorzaamt Folcmar.
‘Er ligt een restje perkament voor je. Teken pater Johannes nog
eens!’ beveelt Ludolphus.
Het potje met inkt staat open en voorzichtig doopt Folcmar de
scherpgesneden punt van de veer in de vloeistof. Dit is pas de twee-
de keer dat hij met pen en inkt op perkament werkt. Perkament is
te duur om door leerlingen te laten verknoeien. Met de inkt mag
ook niet gemorst worden. Met veel zorg bereiden de kloosterbroe-
ders die uit galnoten. Dat zijn de hobbels op eikenbladeren. Vol-
gens pater Simon leeft daarin de larve van de galwesp. Even aarzelt
hij, maar dan glijdt de pen strak en zeker over het perkament. Deze
pater Johannes krijgt geen extra lange nek en geen vertekend hoofd.
Het resultaat valt hem wat tegen, maar prior Ludolphus wrijft zich
tevreden in de handen. ‘Mooi, Folcmar! Ik ben blij dat pater Simon
z’n zin gekregen heeft. Hij was het immers die jou novice wilde
maken. Ik denk dat je nog heel goed werk zult kunnen doen in Sint
Agatha. Doe goed je best met de lessen en houd je aan de klooster-
regels. Er komt een dag dat je mijn woorden zult begrijpen. Ga nu
maar naar broeder Petrus in het scriptorium.’
Petrus Pincharius is niet alleen scriptor, de schrijver van het kloos-
ter. Hij beheert ook de librije en het scriptorium, de schrijfzaal. Er
zijn meer schrijvers in het klooster, maar Petrus Pincharius heeft de
leiding over alles wat met boeken te maken heeft. Hij laat Folcmar
wat boeken zien waarin de letters met prachtig penwerk zijn ver-
sierd. Maar het mooiste vindt Folcmar de schitterende miniaturen:
de in heldere kleuren geschilderde af beeldingen van personen uit
de Bijbel. Het pauwblauw op de stevige perkamenten bladzijden