De houten speelbal - page 2

7
h o o f d s t u k 1
De nacht van Sint Pieter
22 februari 1430
‘Folcmar, Folcmar! Wakker worden!’
Een harde hand rukt aan de schouder van de slapende jongen. Fol-
cmar krimpt ineen, maar de man naast zijn strozak houdt niet van
half werk. Hij trekt onbarmhartig de bruine, wollen deken van de
jongen af.
‘Wat is er, broeder?’ brabbelt Folcmar. Het gezicht van de rustver-
stoorder wordt verlicht door de flakkerende kaars in het handlamp-
je.
‘Wat is er, broeder Marcus?’ herhaalt hij zijn vraag wat rustiger. De
ergste schrik is weggezakt bij het zien van de kruisheer die hij dage-
lijks in het klooster helpt. Toch, wat kan er zijn, dat Marcus hem
midden in de nacht wakker maakt? Moeten ze al naar de kapel?
‘Ssst! Niet iedereen hoeft wakker te worden,’ fluistert broeder Mar-
cus waarschuwend. Vlug overziet de nu rechtopzittende Folcmar
de slaapzaal. Op regelmatige afstanden van elkaar liggen er donkere
bulten onder dikke dekens. Hier een snurk, daar een slaapdronken
gemompel. Niemand is wakker geworden, behalve hij.
‘Je moet bij broeder Simon komen, hij laat je roepen ...’
In de stem van Marcus klinkt een vage af keuring door. Folcmar
schrikt.
‘Gaat het niet goed met broeder Simon?’ vraagt hij bang.
Marcus knikt. ‘Kom nu maar, we hebben lang genoeg gepraat.’
Folcmar heeft geen aansporing meer nodig. Hij wil op tijd komen.
Op tijd, om afscheid te nemen van zijn beste vriend in het klooster.
1 3,4,5,6,7,8,9,10,11,12,...15
Powered by FlippingBook