18
zalfje maken en als je daar een haar doorheen mengt, wordt het een
liefdeszalfje en ...’
‘Celeste?’ vraagt oma.
Lothar glimlacht en zegt niets.
‘Onzin, zo’n zalfje,’ zegt oma beslist. ‘En laat Celeste lopen, jongen.
Ze speelt met je. Zeg, ik hoorde zojuist paarden. Kreeg heer Thi-
baut nog gasten?’
‘Ridders van het Hospitaal,’ antwoordt Lothar. Gelukkig praat oma
niet verder over Celeste.
Opa Maury legt zijn handen tegen zijn gezicht enmaakt een vreemd
geluid. Hij jammert als een wolf tegen de maan. Tijd om weg te
gaan, weet Lothar.
‘Bedankt, oma!’
Maar dan is er iets vreemds. Oma Lasalle wankelt op haar benen en
zelfs bij het flakkerende lichtje van de lamp ziet ze bleek.
‘Is er iets?’
‘Nee, ga maar. Ga naar heer Thibaut.’
Het is alsof oma nog iets wil zeggen, maar dan klemt ze haar lippen
vastbesloten op elkaar. Zo is ze weer de oma die hij kent. Krom als
een hoepel, maar taai en voor niets of niemand bang.