15
Pfff, ik ben echt blij dat ik geen beugel hoef!’
‘Dat klinkt inderdaad niet fijn, maar niet iedereen heeft
evenveel last van een beugel.’
Maartje knikt, dat is waar. Tim is al bijna klaar met zijn
beugel en hij zegt dat hij er bijna geen pijn aan gehad heeft.
Maartje zet haar beker neer en eet met een paar grote hap-
pen haar biscuitjes op. Eigenlijk had ze helemaal geen zin
in biscuitjes, maar laten liggen geeft ook weer zo’n gezeur.
Langzaam loopt ze naar boven, ze kijkt hoe haar pantoffel-
voeten om en om op een tree staan tot ze boven is.
Op haar kamer laat ze zich op haar bed zakken. Ze pakt
een kussen in haar armen. Elke keer hetzelfde liedje, denkt
ze verdrietig. Het is nooit genoeg wat ik doe en ik kan het
gewoon niet! O ja, mama bedoelt het goed, dat weet ze wel,
maar mama snapt niet dat elke schooldag een gevecht is.
‘Maartje,’ roept moeder van beneden.
‘Wat nu weer?’ zucht Maartje. Ze besluit om net te doen
alsof ze het niet gehoord heeft, maar dat werkt niet, want
dertig seconden later roept moeder weer. Ze klinkt nu
behoorlijk ongeduldig.
‘Ja?’ zegt Maartje, terwijl ze boven het trapgat hangt en
neerkijkt op het gezicht van haar moeder.
‘Ik heb een flinke pan soep gekookt voor vanavond, breng jij
even een pannetje vol naar oma? Als je nu gelijk gaat, hoef
je je niet te haasten.’
Maartje lacht. Naar oma! Dat is altijd fijn, behalve als ze aan
het rummikuppen is in de recreatiezaal van het bejaarden-
tehuis, want dan heeft ze geen tijd voor Maartje. Voorzich-
tig zet ze de bakjes met soep in de fietstas. Als het goed is,
lekken ze niet, maar voor de zekerheid zet ze ze toch maar
goed rechtop neer en vermijdt ze onderweg zoveel moge-
lijk de hobbels en verkeersdrempels. Oma kookt nog wel
zelf, maar ze krijgt ook vaak eten van haar dochter, de moe-
1...,2,3,4,5,6,7,8,9,10 12,13,14,15