14
‘Nou, die is toch al oud?’
‘Dat is een grappig idee, David,’ vindt meester Vogel. ‘Ik
denk alleen niet dat het handig is. Ze woont veel te ver weg.’
‘En ze heeft vast geen tijd om mee te doen,’ zegt Julia.
‘Denk er maar over na, dan praten we daar volgende week
verder over,’ zegt de meester.
Als Maartje die middag thuiskomt, is haar buikpijn hele-
maal over. Maar als mama vraagt of de toets goed ging,
kriebelt het toch weer even.
‘Ik weet het niet,’ zegt ze.
Mama schudt een beetje ongeduldig haar hoofd. ‘Je hebt er
toch wel een gevoel over? Het zou jammer zijn als je door je
dyslexie niet naar de havo kunt.’
‘Mam!’ roept Maartje uit. ‘Ik doe toch mijn best! Dacht u
dat ik het leuk vind?’
‘Ach nee, meisje,’ zegt mama. ‘Maar weet je, zonder dys-
lexie zou je makkelijk de havo kunnen doen, vwo misschien
wel en dan liggen alle wegen voor je open.’
Maartje draait zich om en staart uit het raam. Vwo, denkt
ze, en daarna nog studeren zeker? Hoelang is ze dan wel
niet bezig?
‘Ik word verpleegkundige, dat lijkt me leuk en dan ga ik
werken en leren tegelijk,’ zegt ze een beetje boos. Is ze ooit
goed genoeg?
‘Dat zien we nog wel,’ vindt mama. Ze schenkt een beker
limonade in en legt er twee biscuitjes naast. ‘Hoe was het
verder op school?’
‘Goed hoor. Ik mocht met Jozien een boodschap doen voor
de meester. En Jozien kreeg vandaag haar beugel. Een hele
enge. Ze heeft een of ander geval in haar mond en die moet
haar bovenkaak langzaam uit elkaar duwen, want ze kan
haar kiezen nu niet eens op elkaar zetten. En dat deed zeer!
1,2,3,4,5,6,7,8,9 11,12,13,14,15