Na twintig meter moest hij een deur passeren die naar de controle-
ruimte leidde. Voorzichtig keek hij door het glas of iemand op hem
lette. De vijf mannen in de ruimte tuurden naar het beeldscherm
voor zich en hadden geen oog voor de gang. Gebukt liep hij onder
het raam door, verder de gang in. Na tien meter kwam hij bij een
andere deur. Deze deur leidde naar het hart van de boortoren, wist
hij uit instructies van de Saoediƫr.
Schichtig keek hij nog een keer om zich heen. Hij was alleen op de
gang en snel opende hij de deur. Hij stapte een langwerpige ruimte
binnen, vol met leidingen, afsluiters en ketels. Abdel haalde zich de
instructies voor de geest en zocht naar een blauwe ketel in het mid-
den van de ruimte. Snel liep hij verder en gromde van voldoening
toen hij hem zag. Voor de ketel bleef hij staan en vroeg zich af hoe
hij op het drie meter hoge gevaarte moest klimmen.
Er was geen ladder.
Besluiteloos krabde hij op zijn hoofd. Hij liep naar de zijkant van
de ketel en voelde voorzichtig aan de leidingen. Die waren niet
heet. Voorzichtig klemde hij het flesje tussen zijn tanden, zodat
zijn handen vrij bleven. Behoedzaam klom hij via de leidingen naar
boven en ging op zijn hurken op de ketel zitten.
Hij schrok toen de deur openging. Snel liet hij zich plat op de
ketel vallen. Zijn tanden deden zeer toen de fles tegen zijn liggende
arm botste, maar hij was al blij dat de fles niet kapot was gestoten
tegen de ketel.
Met kloppend hart bleef hij stil liggen.
Hij hoorde twee mannen praten. Ze hadden het over overdruk in
een ketel. Blijkbaar kwamen ze controleren wat er aan de hand was.
Abdel hoorde twee mannen langslopen en begon te zweten toen hij
hoorde hoe niet ver van hem een van de twee mannen omhoogklom.
Hij hoorde een kreet toen de man blijkbaar had gevonden wat het
probleem was en zo te horen werd er aan het wiel van een afsluiter
gedraaid.
Met gesloten ogen luisterde Abdel gespannen naar de conversatie
10
1,2,3,4,5,6,7 9,10,11,12,13