‘Goedemorgen mannen,’ groette hij gemaakt luchtig. ‘Wat een
wantrouwen op de vroege morgen. Is er iets aan de hand?’
‘Dat moet nog blijken,’ antwoordde de bewaker. ‘Er is een waar-
schuwing voor terroristische aanslagen waardoor we vandaag erg
voorzichtig zijn.’
‘Heel goed idee,’ antwoordde Abdel. ‘Je kunt niet voorzichtig
genoeg zijn tegenwoordig.’
‘Wat kom je doen?’ vroeg de bewaker.
‘Ik kom de frisdrankautomaten bijvullen,’ antwoordde Abdel.
De bewaker knikte.
‘Op welke locatie?’ vroeg hij toen.
‘Bij de boortorens.’
‘De boortorens?’ reageerde de bewaker terwijl hij over zijn kin
wreef. ‘Dat is een kritische locatie.’
‘Hoezo kritisch? Ik heb nog nooit gehoord dat een frisdrankauto-
maat kritisch is,’ reageerde Abdel.
‘Jouw frisdrank misschien niet, maar wel de plaats waar ze staan. De
boortorens zijn het hart van dit olieveld,’ antwoordde de bewaker.
‘Dat zal wel,’ zei Abdel luchtig. ‘Ik heb geen verstand van olie. Ik
weet alleen iets af van frisdrank.’
De bewaker lachte even. ‘Kom maar uit je auto en laat me de
lading zien.’
‘Moet dat nou echt?’ vroeg Abdel. ‘Ik kom hier dagelijks.’
‘Ophouden met zeuren en uitstappen graag,’ zei de bewaker.
Zuchtend stapte Abdel uit en opende de achterdeur van het busje.
‘Ga je gang,’ zei hij. ‘Allemaal frisdrank zoals je ziet.’
De bewaker klom in het busje en bekeek de kratten frisdrank.
Sommige flesjes pakte hij uit de krat om ze nauwkeurig te bekijken.
‘Dit ziet er toch niet uit als dynamiet?’ zei Abdel sarcastisch.
‘Ik heb gekkere dingen gezien, beste man,’ antwoordde de bewaker.
Hij wees op de dichte doos met de negen flesjes vloeistof. Abdel
voelde zich warm worden.
‘Wat is dat?’ vroeg de bewaker.
8
1,2,3,4,5 7,8,9,10,11,12,13