Middernachttrein - page 7

14
het bed te gaan zitten. Ze hijgt, zoals altijd na het aankleden.
Ik zie dat haar lippen blauwig zijn. Ze legt even haar hand op
haar borst. ‘Het gaat wel weer,’ zegt ze, als antwoord op de
vraag in mijn ogen.
Ik wacht tot haar ademhaling rustig wordt en help haar dan
om weer op te staan. Met mijn arm om haar middel lopen
we langzaam richting de deur.
In de kamer is Mayme al bezig met het brood. Ze heeft onze
kommen op de tafel gezet en snijdt het brood in dikke plak-
ken. Margaret schudt de kussens in moeders schommelstoel
op. Ze weet precies hoe moeder het lekker vindt zitten, het
groene kussen tegen de rug van de stoel, het bruine kussen
met de grote geborduurde bloemen op de zitting. Moeder
leunt zwaar op mijn arm als ik haar help om te gaan zitten.
Ik pak de melk en schenk in iedere beker evenveel. John heeft
zijn beker al leeg en houdt hem bedelend bij. Ik geef hem
nog een klein beetje.
Margaret hangt over de rand van de tafel, haar benen bunge-
lend in de lucht. ‘Mag ik het vel, Kate, mag ik het vel?’
‘Allebei de helft,’ zeg ik, kijkend naar Johns verlangende
ogen. Mayme hoeft geen vel. Ze gaat ervan kokhalzen. Met
een vies gezicht kijkt ze toe hoe ik met mijn vingers het dikke
vel van het laatste laagje melk haal en het snel in tweeën
scheur. In allebei de bekers laat ik een helft vallen.
‘Ik heb je niet gehoord, vanochtend,’ zegt moeder vanuit
haar stoel.
Ik breng haar de melk en een stuk brood. ‘Dat kan. Ik was
vroeg wakker. Het water staat nog steeds erg hoog. Ik ben
blij dat het niet regent.’
Moeder krijgt een frons boven haar neus, een loodrechte
rimpel. ‘Zo meteen wil ik weer even op de veranda kijken,
Kate. Zo hoog heb ik het water nog nooit gezien. Misschien
gaat het vandaag zakken.’
1,2,3,4,5,6 8,9
Powered by FlippingBook