Middernachttrein - page 4

11
rivier, ver en vaag, tot ik de middernachttrein over de brug
hoor komen.
Nu is het stil bij de brug. Het water ligt als een kleed wijd
uitgestrekt over het land. Als het maar droog blijft vandaag!
Anders moeten wij misschien zelf ons huis wel uit. Die
gedachte duw ik snel weg. Ons huis ligt een stuk hoger dan
de schuur en het land waar de dieren op grazen. Dan zou het
rivierpeil echt nog een heel stuk moeten stijgen.
Ik pomp helder, koud water omhoog en laat het in de was-
kom lopen. De oranje zon die net nog niet helemaal zicht-
baar was, is gestegen tot boven de horizon en laat het water
glinsteren. Ondanks de warmte van de stralen staat er een
frisse wind die de koelte van het water naar mij toedraagt.
Ik vertrouw het weer niet.
Het is te mooi, deze ochtend. Het is te vreemd, zo’n prach-
tige dag na dagenlang regen.
De zon is te oranje, te warm.
Hou op, Kate, zeg ik in gedachten tegen mezelf, je verbeeldt
je weer van alles.
Ik trek mijn nachthemd over mijn hoofd en hang het over de
veranda naast mijn kleren. Er is toch nog niemand wakker,
alleen de zon kan naar mijn blote armen gluren. Ik doop
mijn handen in het koude water van de kom en was mijn hals
en mijn gezicht. Druppels lopen mijn hemd in. Ik huiver.
Snel trek ik mijn kleren aan, eerst mijn witte bloes, dan mijn
donkere rok. Ik sla de band van de rok een stukje om zodat
ik geen modder aan de zoom meeneem naar binnen.
Het is nog steeds stil in huis. Dat zal niet lang meer duren.
Ik wacht op het stemmetje van John, dat opgewonden de
nieuwe dag begroet.
Er is nog brood over van gisteren. Ik moet vandaag wel nieu-
we broden bakken, er is alleen nog genoeg voor deze och-
tend. Zo zachtjes mogelijk blaas ik leven in de as van het for-
1,2,3 5,6,7,8,9
Powered by FlippingBook