Middernachttrein - page 5

12
nuis en stapel snel een paar houtsplinters over de gloeiende
sintels. Als die knappend vlam vatten, leg ik een paar dikkere
stukken hout schuin over de vlammetjes en sluit het deurtje.
Nu de koeien. Ze loeien als ze mij aan horen komen. Ik pak
het melkkrukje en de emmer.
We hebben drie koeien. De eerste, met de bruine vlek op
haar neus, is Kates koe; de tweede, degene die de meeste
melk geeft, is James’ koe; de derde, de vriendelijkste met de
fluwelen ogen, is Maymes koe.
James’ koe is eerst aan de beurt. De melk spuit met sterke
stralen omlaag. Een laag schuim vormt zich aan de opper-
vlakte. Ik rust met mijn voorhoofd tegen het koeienlijf en
laat mijn handen het werk doen, snel en zeker. Het gaat goed
vanochtend, ik kan een paar emmers in de bus legen. De
laatste halve emmer neem ik mee naar binnen.
Ik hoor Johns stemmetje al. Moeder geeft hem antwoord,
een lach in haar stem. Fijn. Ze heeft zo te horen een goede
dag.
In het pannetje dat op de tafel naast het fornuis staat, giet
ik een flinke scheut melk. Het fornuis is gelukkig goed gaan
branden. Ik zet het pannetje op de bovenplaat.
Eerst maar John halen. Zachtjes duw ik de deur van de
slaapkamer open. John zit in bed. Hij begroet mij met een
stralende lach en strekt allebei zijn armen naar mij uit.
‘Goedemorgen, Kate,’ zegt moeder.
‘Goedemorgen, moeder.’
Ik grijp John onder zijn armen. Hij wordt zwaar. Hij is ook
al bijna vier jaar. Ik moet toch maar eens proberen om hem
te leren op zijn buik uit bed te komen. Nog een paar jaar
misschien, en dan zal zijn stevige lijf te zwaar zijn voor mijn
magere armen en mijn smalle rug. Ik geef hem een schone
luier en help hem met aankleden.
Als ik met hem in mijn armen de kamer in kom, kookt de
1,2,3,4 6,7,8,9
Powered by FlippingBook