Middernachttrein - page 2

9
6
J U L I
1 8 8 1
O C H T E N D
É É N
De hekken staan zover onder water dat ik alleen de boven-
kant van de palen nog kan zien.
Dagenlang heeft het geregend. We zaten binnen, terwijl het
water langs de ramen droop. Je kon niet ver kijken. Zelfs de
schuur was niet goed zichtbaar. Hij was een wazige vorm
geworden in de regen, die maar neer bleef gutsen, uren ach-
ter elkaar.
Als ik deze ochtend wakker word, komt door het raam het
heldere licht van een nieuwe dag. Heel voorzichtig, om May-
me en Margaret niet wakker te maken, sta ik op. Als ik op
mijn tenen ga staan, kan ik door het dakraam naar buiten kij-
ken. De lucht is al blauw en de zon, die nog maar half boven
de horizon komt kijken, laat het land dampen.Vanaf het dak
van de schuur ontsnappen witte spiralen, die oplossen in de
ochtendlucht. Het is nog heel vroeg.
Ik ga met mijn kleren in mijn hand voorzichtig de kamer uit.
In het andere slaapkamertje is het nog stil. Ik ben de enige
die wakker is.
Ik neem de waskom mee van de tafel en loop de veranda op.
Mijn schoenen staan op de plek waar ik ze elke avond neer-
zet; ik doe ze aan en hang mijn rok en bloes over de rand van
de veranda.
1 3,4,5,6,7,8,9
Powered by FlippingBook