10
meiden heeft lol met elkaar.
Onbegrijpelijk dat Zwart dit allemaal laat gebeuren. Waarom zegt die
man er nu niets van? Hij zit achter zijn bureau iets na te kijken. Hij
denkt zeker dat zij hard aan het werk zijn met hun opdrachten in het
boek, ondanks de herrie. Niets is minder waar. De klas is met van alles
bezig, behalve met de les. Ze voelt een vinger in haar rug prikken. Ze
draait zich om en ziet dat het opnieuw Rosanne is.
‘Waar blijft het antwoord?’ vraagt ze nu hardop.
Ja, waarom zou ze fluisteren? Het heeft geen enkele zin.
‘Heb nou eens geduld!’ roept Monica harder dan ze bedoelde. Ze
schrikt er zelf van.
Snel kijkt ze naar Zwart, maar die werkt onverstoorbaar verder achter
zijn bureau.
In koeienletters schrijft Monica: WE GAAN VERHUIZEN!!!
Ze maakt er opnieuw een prop van en gooit het achter zich op het
blad van Rosanne. Net ernaast. Het valt op de grond en Rosanne
bukt zich om het op te rapen. Als ze weer overeind komt, stoot ze met
haar hoofd tegen de tafel, wat haar een luid ‘au’ ontlokt. Monica kan
er niets aan doen dat ze erom moet grinniken. Rosanne is altijd een
pechvogel. Ze krijgt het nog voor elkaar zich te stoten als er amper
iets in de weg staat.
Rosanne wrijft over haar hoofd en maakt dan haastig het propje open.
Monica draait zich weer negentig graden om.
‘Wat?’ hoort ze dan achter zich roepen. Verder niets, want Zwart
gaat ineens staan. Waarschijnlijk is bij hem inmiddels de maat vol.
Het blijkt toch te kunnen. Bij Zwart. Een nieuwe ontdekking voor
Monica. Met een doordringende blik kijkt hij de klas rond. Omdat
niemand dit van hem gewend is, houdt iedereen ineens verbluft zijn
of haar mond.
‘Zo,’ zegt Zwart ten slotte voldaan, ‘dat dacht ik ook. Het kan toch
wel stil zijn in dit lokaal.’
Rustig en bedaard gaat hij weer zitten en gaat weer verder met waar
hij mee bezig was. De leerlingen kijken elkaar eens aan. De een na
1,2,3,4,5,6,7 9,10,11