5
Hoofdstuk 1
‘In de zomervakantie gaan wij verhuizen. Dat betekent dus dat we dit
jaar niet op vakantie zullen gaan.’
De woorden van vader blijven zwaar in de kamer hangen. Er is nie-
mand die meteen reageert. Monica staart haar vader met grote ogen
aan. Verhuizen? Haar ogen glijden langs haar broers en zussen, die net
als zij vader verbaasd aankijken. Alleen moeder gaat onverstoorbaar
door met het opvouwen van de was.
Jesse, de oudste van de zes kinderen Raamsdonk, zegt wat iedereen
denkt: ‘Verhuizen? Waarom dan en waarheen?’
Vader schraapt zijn keel en gaat er eens goed voor zitten. ‘Ik begrijp
dat het jullie overvalt. Het is heel snel gegaan. Ik ga namelijk van
werk veranderen.’
‘Van werk?’ Monica schuift op het puntje van haar stoel. Wat gaat er
nog meer komen?
‘Ik zeg het niet helemaal goed.’ Vader schudt zijn hoofd. ‘Zoals jul-
lie weten, werk ik inmiddels al twaalf jaar als arts in het ziekenhuis.
Het is al een paar jaar een grote wens van mij om een eigen praktijk
te beginnen. Nu heb ik een prachtige kans gekregen. Een arts in een
dorp op de Veluwe gaat met pensioen en hij wil zijn praktijk graag
overdragen aan een jongere arts. Een opvolger heeft hij niet en omdat
ik het via vrienden te horen kreeg, ben ik er meteen op afgegaan. Tot
mijn grote verrassing mocht ik zijn praktijk overnemen. Ik had hier
niet op durven hopen, omdat er nog meer gegadigden waren.’
Opnieuw valt er een stilte in de kamer. Monica kijkt de kring nog eens
rond. Jesse zit met een frons boven zijn ogen voor zich uit te staren.
‘De Veluwe,’ hoort ze hem mompelen. ‘Wat een eind hier vandaan.’
1,2 4,5,6,7,8,9,10,11