5
Pieter schopt tegen een steentje. Hij kijkt de zijstraat in. Is
daar soms iets bijzonders te zien? Misschien moet hij maar
weer naar binnen gaan, naar het huis van zijn opa. Maar
binnen is het saai. Zijn moeder is aan het schoonmaken en
opa is in de schuur.Hij is aan het timmeren.Dat is zijn hobby.
Opa kan prachtige dingenmaken. Soms helpt Pieter hem een
beetje, maar vandaag wil hij iets anders doen. Het zou mooi
zijn als hij hier op het dorp een paar jongens tegenkwam. Er
is een trapveldje naast de kerk, maar daar is op dit moment
niemand te zien.
Waarom is zijn opa eigenlijk naar dit dorp verhuisd? Het is
een slaapdorp. Niks te beleven. Er zijn bijna geen winkels,
er is niet eens een fatsoenlijke speelplek. En waar zouden
de kinderen allemaal uithangen? Hij snapt het niet, het is
toch woensdagmiddag? Dan hebben alle kinderen van de
basisschool toch vrij?
Als Pieter de hoek omslaat om terug te gaan naar opa’s huis,
ziet hij eenmeisje aankomen. Ze komt hemvaag bekend voor.
Maar dat kan natuurlijk niet. Hij is hier nog maar een paar
keer geweest.
Opeens is het meisje heel dichtbij. Ze loopt op de stoep aan
de andere kant van de straat. Ze trekt een kleine rode kof-
fer achter zich aan en ze heeft een lange paardenstaart die
1,2,3,4,5,6,7,8 10,11,12,13,14