10
Pieter houdt even zijn pas in. Langs de weg staan lage strui-
ken, daar kruipt hij een beetje achter. Zou de oma van Isa
zelf opendoen? Hij is nieuwsgierig hoe ze eruitziet. De deur
gaat open. Pieter ziet een gewone, vriendelijke oma. Keurig
gekleed. Ze laat de deur wagenwijd openstaan en loopt terug
haar huis in. Zeker om geld te pakken.
De mevrouwmet de collectebus kijkt even opzij. Ze geeft het
kind een duwtje. Huh? Dat is vreemd. Dat kind loopt zomaar
de hal in en pakt een bordje van de muur.
Een mooi glanzend bordje. Het lijkt wel zilver. Wat moet ze
daar nou mee? Ze stopt het onder haar trui.
Oma komt weer naar de voordeur. Ze doet geld in de bus en
geeft het kind een snoepje.
Op dat moment voelt Pieter een enorme kriebel in zijn neus.
Hij probeert de nies nog tegen te houden, maar het lukt niet.
Hatsjie...
De oma van Isa doet de voordeur dicht. Het kind kijkt om.
Eén tel kijken ze elkaar recht in de ogen. Pieter ziet angst.
Hij bukt zich en doet net of hij iets zoekt tussen de struiken.
Het meisje zegt wat tegen de mevrouw. Ze bellen niet aan bij
het volgende huis, maar lopen vlug de straat uit. Pieter gaat
via een zijpad naar de achterdeur van opa’s huis.
1...,4,5,6,7,8,9,10,11,12,13 14