6
ze opeens weer aan oma denken. Ze legt het stuk brood dat
ze in haar mond wilde stoppen terug op het bord.
‘Mam, slaapt oma wel eens uit?’
‘Hoezo?’
‘De gordijnen zaten vanmorgen nog dicht.’
‘Wat?’ Mama vergeet haar boterham verder te smeren. Haar
mes met pasta blijft aarzelend boven het bord hangen.
‘Dat kan toch?’ zegt Isa. ‘Oma’s kunnen best wel een keer
uitslapen, hoor.’
‘Dat geloof ik niet,’ zegt mama beslist. Ze gooit het mes op
tafel en pakt meteen de telefoon.
‘Weet je het zeker, Isa? Zaten de gordijnen van dewoonkamer
echt dicht? En net ook nog?’
‘Eh, dat weet ik niet.’
Eerlijk gezegd heeft ze er niet meer op gelet. Ze is het gewoon
vergeten. Ze zat aan haar knikkers te denken. Hoeveel ze er
nog heeft en of er nog ergens een leuke knikkerzak ligt in
haar speelgoedkast.
Mama toetst het nummer van oma in op de telefoon.
Opeens krijgt Isa een vreemd gevoel in haar buik. Oma is
al oud. Ze kan wel ziek geworden zijn, en zij is vanmorgen
gewoon doorgelopen naar school. Om te gaan knikkeren
met Rosa.
Gelukkig. Isa hoort dat oma opneemt. Haar stem klinkt heel
gewoon.
‘Dag mam, is alles in orde?’ vraagt mama.
‘Ja, hoezo?’
‘Zomaar, hier hebt u Isa even. Ze dacht dat u vanmorgen
wilde uitslapen.’
Mama geeft de telefoon aan Isa. Zelf smeert ze vlug haar
boterham helemaal vol met pasta. Ze neemt een flinke hap
1,2,3 5,6,7,8,9,10,11,12,13,...14