7
Pieter kijkt haar na,maar ze is al verdwenen langs de zijkant
van het huis.
Hij snapt er niks van en kijkt naar het huis naast dat van
zijn opa. Waarom schrok Isa toen ze die kant op keek? Er
beweegt iets achter het glas. De oma van Isa natuurlijk.Wat
staat ze daar nou eigenlijk te doen voor dat raam? En wat
heeft ze aan? Het lijkt wel een nachthemd.
Opeens voelt Pieter een duw.
‘Hé, je hoeft niet zo nieuwsgierig te zijn, hoor. Je kent Isa
niet eens en haar oma helemaal niet.’
Pieter kijkt het meisje naast hem verbouwereerd aan.
‘Nou eh... ik keek gewoon.’
‘Maar er is daar niks te zien.’
‘Oké, zullen wij dan naar het schoolplein gaan?’
‘Hoezo?’
‘Nou eh... Isa zei toch dat we maar vast moesten gaan knik-
keren?’
‘Ik heb toevallig geen zin om met jou te gaan knikkeren. En
jij hebt vast geen knikkers bij je.’
Het is net of Pieter een koude douche over zijn rug voelt.
‘Maar ik dacht...’
Het meisje draait zich abrupt om en loopt weg in de richting
van het schoolplein.
Pieter slentert de andere kant op.
Opeens ziet hij iets liggen op de stoep. Het is een knikkerzak.
Zou die van Isa zijn? Mooi, dan is die nu voor hem! Pieter
stopt hem vlug in zijn zak.
Aan het eind van de straat staan twee jongensmet een skate-
board. De een heeft rode krullen en de ander kort blond haar.
Vanuit een zijstraat achter hem komt er nog een jongen aan.
Hij springt van zijn skateboard.
1...,2,3,4,5,6,7,8,9,10 12,13,14