7
Bam!
Met een klap vliegt de deur van het klaslokaal open. De pau-
ze is net voorbij. De drieëntwintig kinderen van groep acht
dringen naar binnen. Taco grist een schrift van de grote tafel
die voor in de klas staat, rolt het op en slaat zijn vriend Jelle
lachend op zijn hoofd. ‘Zo, die kreeg je nog van me.’
‘Hé joh!’ roept Jelle. Aan zijn gezicht te zien, laat hij het er niet
bij zitten. Met zijn armen wijd komt hij achter Taco aan.Taco
gooit het schrift terug en rent weg. Zijn voet blijft haken achter
een lus van een rugtas en hij smakt met zijn hoofd tegen de
ijzeren poot van een tafel. ‘Au!’ Even ziet hij sterretjes. Met
zijn hand wrijft hij door zijn verwilderde haar.
‘Daar is de juf alweer,’ hoort hij Jelle zeggen.
‘Allemaal gaan zitten,’ zegt de juf. ‘Moeten jullie nu gelijk de
boel afbreken als ik er even niet bij ben?’
Taco krabbelt overeind en gaat op zijn stoel zitten. Boven hem
wapperen vrolijke tekeningen aan een stuk waslijn. De juf
loopt naar hem toe. ‘Gaat het?’
Hij knikt. Misschien had hij beter kunnen doen alsof hij een
hersenschudding had, want hij ziet de ogen van de juf donker
worden. ‘Je weet dat je niet mag rennen in de klas. Ik zeg het
niet nog een keer. Duidelijk?’
