(9
’t Was de plaats door God besloten,
ook de tijd door Hem bepaald.
Hier, uit Juda voortgesproten,
zoals Jakob had verhaald,
uit ’t geslacht van David, koning,
in een stal als arme woning,
kwam nu Davids grote Zoon.
Toch besteeg Hij Davids troon.
Wie zou Jezus hier gaan zoeken,
in een kribbe neergelegd?
Ja, gewonden in wat doeken,
was zo’n Koning nu voorzegd?
Het geloof mag dit aanschouwen;
hierop mag het hart vertrouwen.
Zo’n Messias, diep verneêrd,
wordt door ’t zondaarshart begeerd.
d
1,2,3,4,5,6 7