In de greep van de vijand - page 5

10
‘Ja, hij is er heel goed in,’ bevestigt Olga.
‘Hoe oud zijn jullie?’
‘Mijn zus is twaalf en ik ben veertien.’
‘Veertien? Ik dacht dat je een stuk ouder was.’
‘Dat denken ze meestal.’
‘Nou, ’t is jullie zaak. Maar laten we het zo afspreken: morgen
omdeze tijd ligt er een jol aan de steiger. Ik reken erop dat jullie
hier dan zijn.’
‘We komen zeker.’
‘Maar nog iets, jullie snappen hopelijk wel dat ik zo’n boot niet
voor niks weggeef?’
‘Nee, natuurlijk niet, we hebben lang genoeg gespaard,’ verze-
kert Lars.
De volgende avond zijn Lars en Olga precies op tijd bij de stei-
ger. De Buizerd heeft het zeilbootje al te water gelaten. De romp
bonkt bij elke golfslag tegen de steiger.
‘Hebben we nog steeds goede wind?’ vraagt Lars.
‘De wind is iets gedraaid,’ antwoordt de Buizerd, ‘maar als jullie
nu vertrekken, garandeer ik een veilige overtocht.’
‘Goed, dan gaan we meteen,’ knikt Lars.
‘Maar nou vergeten we wel iets,’ bromt de Buizerd, terwijl hij
zijn hand zwaar op Lars’ schouder laat rusten.
‘Vergeten? O ja, natuurlijk, het geld.’
‘O, heb je het door? Zonder geld kom je hier niet weg.’
Olgamaakt handig haar tasje open en reikt de Buizerd eenbeurs
aan.
‘Meer hebben we niet,’ zegt ze.
De man schat de inhoud met zijn ogen en maakt dan een snel
hoofdgebaar.
‘Wegwezen,’ zegt hij. ‘Gaan jullie maar naar de boot.’
‘Is het wel genoeg?’
‘Eigenlijk niet, maar ik heb vandaag een goeie bui.’
1,2,3,4 6,7,8,9
Powered by FlippingBook