In de greep van de vijand - page 2

7
Hoofdstuk 1
‘Kijk daar, daar woont hij.’
Lars staat stil enwijst naar eenoudhuis tussende hoge struiken.
‘Ze zeggen dat hij er heel eng uitziet,’ fluistert zijn zusje Olga.
Lars moet lachen: ‘Eng?’
Hij wil niet laten merken dat hij zelf ook ongerust is. Het is hier
zo eenzaam, net of je aan het einde van de wereld bent.
‘Heb je hem wel eens gezien?’ vraagt Olga.
‘Eenpaar keer alshij boodschappendeed inhet dorp. Zenoemen
hem de Buizerd.’
‘En was hij eng?’
‘Net een grotbewoner. Maar kommee, we gaan elkaar niet bang
maken. Hij is de enige die ons kan helpen.’
Resoluut loopt Lars naar het huis toe en klopt op de deur.
Olga volgt hem op een afstandje.
Na het geklop klinkt er binnen gestommel. Ze horen zware
voetstappen, maar de deur blijft gesloten.
Als Lars nog een keer geklopt heeft, vliegt de deurmet een zwaai
open. In de opening staat een grote man met een wilde baard.
‘Wat moeten jullie?’
‘We willen u graag iets vragen,’ zegt Lars.
‘Zijn jullie verdwaald?’
‘Nee, we moeten echt bij u zijn. Is het waar dat u bootjes ver-
koopt?’
De man kijkt Lars aan, maar geeft geen antwoord.
‘Ik hoorde dat u wel eens een bootje verkoopt. Een jol of zo,’
hakkelt Lars.
1 3,4,5,6,7,8,9
Powered by FlippingBook