In de greep van de vijand - page 4

9
de Duitsers hem gesnapt zouden hebben, zat hij nu nog steeds
achter de tralies.’
‘Is dat echtwaar?’ vraagtOlga.‘Hij heeft er nooit iets over gezegd.’
De man schudt zijn hoofd. ‘Nee, logisch! Daar wordt natuurlijk
niet over gepraat.’ Hij kijkt hen een voor een aan: ‘Maar ik zou
zo langzamerhand wel willen weten waar júllie een bootje voor
nodig hebben.’
Lars slaakt eendiepe zucht:‘Wij woneneigenlijk aandeoverkant
van de zee, in Zweden. We logeerden een jaar geleden bij onze
opa en oma hier inDenemarken toen deDuitsers binnenvielen.
Daarna konden we niet meer terug.’
‘Nee, dat gaat niet meer zo gemakkelijk,’ zegt de Buizerd.
‘En daardoor moesten we al die tijd hier blijven,’ zegt Olga.
‘Ja,’ vult Lars aan, ‘we zijn al een heel schooljaar achter en het
ergste is dat we onze ouders niet meer zien.’
‘En nu willen jullie met zo’n zeilbootje ...?’ vraagt de Buizerd.
Lars knikt. ‘’t Is maar een klein stukje varen naar de overkant,
en dan zijn we terug in Zweden. Ze zeggen: hooguit drie uur.’
‘En jullie opa en oma vinden het goed?’
Lars aarzelt even, maar hij wil er niet om liegen en zegt eerlijk:
‘We hebben er niks over verteld. We willen stilletjes gaan.’
De man fronst zijn wenkbrauwen: ‘Jullie kunnen het toch wel
tegen ze zeggen?’
‘Ze zijn al een tijd in Kopenhagen. Onze oma ligt in een zieken-
huis en opa logeert bij kennissen.’
‘Hoe laten jullie het hen dan weten?’
‘Een briefje op tafel. We schrijven ze eerlijk dat we terug willen
naar huis.’
‘Ik snap het wel, maar of zij het ook snappen ...?’
‘Ze weten dat we voorzichtig zijn.’
‘Maar heb je wel een beetje verstand van zeilen?’ vraagt de
Buizerd aan Lars.
‘Genoeg. Ik heb een paar prijzen gewonnen met zeezeilen.’
1,2,3 5,6,7,8,9
Powered by FlippingBook