12
een beetje schuldig. Mam greep het ding, en even leek het
alsof ze hem een zoen wilde geven.
‘O Gid, gelukkig! Ik was alweer zo bang voor inbrekers. Ik
moet er niet aan denken dat...’
‘Die hebben bij ons lang werk om binnen te komen,’ onder-
brak Gideon haar. ‘Is het eten snel klaar? Ik heb nog een
hoop te doen en ik heb honger.’
Mam keek op de klok. ‘Over een kwartiertje. Dek maar
alvast de tafel.’
Gideon dacht aan zijn rekensommen en aan Namen en
Feiten.Vanavond wou hij ook nog even naar Jon.Vragen of
het gezellig was bij de tandarts. Ik zou een zus moeten heb-
ben, dacht hij. Of desnoods een broer. Dat had hij al vaak
gedacht, de laatste tijd. En niet alleen als hij boodschappen
deed of de tafel dekte.
1,2,3,4,5,6,7 8