Mijn enige troost - page 8

z o n d a g 1
z o n d a g
1. Vraag:
Wat is uw enige troost, beide in het leven en sterven?
[Luthers aantekeningen in Bijbels en boeken, mijn enige troost]
‘Niemand van ons leeft voor zichzelf en niemand sterft voor zichzelf. Leven wij,
dan leven wij voor de Heere – sterven wij, dan sterven wij voor de Heere. Daarom,
of wij dan leven of sterven, wij zijn van de Heere’ (vgl. Romeinen 14:7-8).
Als dit waar is, waarom vrezen wij dan zozeer voor de dood, die voor ons slechts
een ingang is tot het eeuwige leven? Want zolang wij hier in dit sterfelijke
lichaam wonen, zijn wij maar vreemdelingen in de herberg van de duivel. Zo
spoedig wij echter uit dit leven gaan, varen wij op naar de hemel, naar ons eeuwig
vaderland,waarnaar wij zonder ophoudenmet onze harten verlangen en uitkijken
(vgl. 2 Korinthe 5:2).
Ja,wij zijn het eigendomvan deHeere, dat is onze enige troost en hoogste vreugde.
Wij hebben Hem tot Heere, Die van de Vader alle macht in hemel en op aarde
heeft ontvangen. Alle dingen heeft Hij immers in Zijn hand gegeven. Wie zal en
kan ons dan nu schade doen? De duivel kan zeer toornig zijn en ons bloedig in de
hielen steken. Dat hij ons echter uit de hand van Christus rukt, zal hij wel laten.
Bovendien leven wij, die in Jezus Christus onze Heere geloven, onder Zijn be-
schutting en bescherming. In en door Hem zijn wij nu ook zelf heer over duivel,
zonde en dood enzovoort. Hij is immers om ons – om ons tot deze heerschappij
te brengen – mens geworden, heeft voor ons tot de Vader gebeden, en ons ook
zó liefgehad dat Hij voor ons een vloek is geworden. Hij heeft Zichzelf voor ons
overgegeven, met Zijn dierbaar bloed gekocht, gewassen en gereinigd van alle
zonden. Idem: Hij heeft ons ook het onderpand van onze erfenis en zaligheid, de
Heilige Geest, in ons hart gegeven, tot koningen en priesters voor God gemaakt.
Om kort te zijn: Hij heeft ons tot kinderen en erfgenamen van God, en mede-
erfgenamen vanChristus gemaakt.Dat is zeker waar! OHeere, versterk ons geloof,
zodat wij hieraan niet twijfelen!
Bibel- und Bucheinzeichnungen, vgl. WA 48, S. 205 (275.) en S. 206 (276.)
lezen: romeinen 14:1-12, kerntekst: vers 8
1,2,3,4,5,6,7 9,10,11,12,13,14
Powered by FlippingBook