Pagina 5 - Op leven en dood

11
I N H O U D
Rechtvaardigmaking 91 - Vrede met God 91 - Aanneming tot kinderen 92 - Heiligmaking 93
Groei in de genade 94 - Vruchten dragen 95 - Aangenomen vruchten 96 - Bevestiging in je geloof 97
Hulp 98 - Gods zorg over jou 99 - Wat te doen? 100
Vierde staat – Volkomen gelukzalig of volkomen rampzalig . . . . . . . . . . . . 103
1. De dood - 104
Iedereen sterft - 104
De dood komt zeker 104 - Je leven is leeg 105 - Je leven is kort 106 - Je leven gaat snel 107 -
Leer ervan 107
2. De dood van de christen en de niet-christen – 110
Goddeloos sterven 111
Je wordt heengedreven 111 - Het is hopeloos 113 - Leer ervan 114
Godzalig sterven 115
Je hebt een goede Vriend 115 - Je hebt een veilige doorgang 115 - Je hebt een blijde ingang 116
De dood: toch pijnlijk 117 - Leer ervan 118
3. De opstanding – 121
De opstanding is zeker 122
God kan het 122 - God zal het doen 122
Wat de opstanding is 123
Wie opstaat 123 - Wat opstaat 123 - Hoe je opstaat 124 - Opstanding als troost 127
Opstanding als verschrikking 128
4. Het oordeel – 129
Het oordeel zal er zijn 129 - Het oordeel uitgelegd 131
De rechter 131 - Jezus’ komst 131 - De bazuin 131 - Rechter op de rechterstoel 132 - Voor de Rechter 132
Twee groepen 133 - Het onderzoek 134 - Boeken gaan open 135 - Vonnis over Gods kind 135
Heiligen zullen oordelen 136 - Vonnis over de goddeloze 137 - De grote brand 137 - Waar en wanneer 138
Leer ervan 139
Troost voor Gods kind 139 - Schrik voor ongelovigen 139 - Bereid je voor 140
5. De hemel – 140
De hemel uitgelegd 141