12
Een paar uur later loopt Pascale de personeelsuitgang uit.
Tom loopt achter haar met een volle vuilniszak in zijn handen.
‘Tot volgende week!’ roept Pascale voordat ze naar haar scoo-
ter loopt. Ze zet haar helm op en haalt het slot van haar scoo-
ter af.
‘Hé, wat moet dat daar?’ hoort ze Tom achter zich roepen.
Vliegensvlug kijkt ze om.
Een kleine man komt op haar afrennen. In het voorbijgaan
botst hij tegen haar schouder aan.
‘Hé joh!’ roept Pascale uit. Tom rent naar haar toe, maar de
man is er al vandoor.
‘Gaat het?’ vraagt Tom, terwijl hij een hand op haar schouder
legt.
‘Jawel!Wat was dat?’ zegt ze tegenTom.
Die haalt zijn schouders op. ‘Een of andere zwerver die in de
afvalcontainer stond te graaien.’
‘Een zwerver? Hij droeg anders wel een mooi colbertje.’
Tom maakt een gebaar met zijn hand. ‘Die zal hij wel ergens
gestolen hebben. Zeker weten dat je je niet bezeerd hebt?’
Pascale schiet in de lach. ‘Van zo’n tikkie? Er is wel wat meer
voor nodig om mij omver te krijgen, hoor.’
