11
‘Tuurlijk,datdoenweheelvaak.Wanneerzullenwehetvragen?’
‘Niet vanmiddag in elk geval.’
Het lijkt hem leuk ommet Floris te gaan logeren. Maar het zal
toch wel niet mogen van papa en mama. Ze zijn natuurlijk
veel te bang dat hij zich niet netjes zal gedragen. Snel pakt
hij de beschrijving van het stuntvliegtuig erbij. Hij bekijkt de
tekeningen. Stap een tot vier heeft Floris al gedaan, maar hoe
moeten ze nu verder?
‘Ik ben al best ver hè? Mijn vader heeft me zaterdag heel lang
geholpen.’
Wat is het bij hem al lang geleden dat zijn vader met hem
gespeeld heeft. Hij hoort beneden de achterdeur dichtslaan
en de stem van Floris’ vader klinkt door de gang.
‘Floris!’
Floris rent naar de trapenkijkt naar beneden. Luuk gaat er snel
achteraan. Wat heeft Floris’ vader nu weer?
‘Wat is er?’ zegt Floris.
Floris’ vader houdt een grote doos omhoog. ‘In deze doos zit je
verjaardagscadeau. Daarmag je natuurlijk niet in gluren, want
anders hou ik het zelf.’
Dan ziet hij Luuk. ‘Ha Luuk, leuk dat je er ook bent.’
Wat is het hier altijd gezellig, denkt Luuk. Hij kijkt Floris’ vader
na als hij in de woonkamer verdwijnt.
‘Hoor je niet wat ik zeg?’ Floris staat alweer in de deuropening
van zijn kamer. ‘Ik vroeg of jij misschien een idee hebt wat er
in die doos zit.’
1,2,3,4,5,6 7