‘Moet je er soms ook een?’
‘Nee, dank je. Ik blijf liever gezond.’
‘Zo heeft iedereen wel iets,’ merkt Tessa op. ‘David is dol op
chocola. Jorinde kan niet zonder pepermunt...’
‘Daar heb ik gelukkig geen last van,’ onderbreekt Iris haar.
‘O nee? Je hebt weinig zelfkennis, hoor.’
‘Hoezo dan?’
‘Wie loopt er altijd drop te eten?’ merkt Tessa op.
‘Je brengt me op een idee.’ Iris tast in haar zak en steekt lachend
een dropje in haar mond.
Even later fietsen ze door de Dorpsstraat, waar het nu nog rustig
is. ‘Ik heb echt zin in school,’ zegt Tessa.
Iris moet even slikken. ‘Dat geloof ik,’ zegt ze dan.
‘Vooral natuurkunde vind ik interessant. We krijgen het weer
van Egel.’
‘Die is best aardig.’
Tessa knikt. ‘Echt wel. Hij zit in het lokaal naast Schaap. Ik zie
het verhaal al voor me. Er was eens...’
‘O nee, hè!’ zucht Iris. ‘Jij denkt altijd in verhalen.’
‘Er was eens... een egel en een schaap. “Ik ben veel wijzer dan
jij,” blufte de egel...’
Iris is toch wel benieuwd en wacht het vervolg af. ‘Waarom stop
je ineens?’
‘O, ik dacht dat je geen interesse had.’
‘Het klinkt wel spannend.’
‘Dat blijft het nog even,’ grijnst Tessa. ‘De rest hoor je misschien
later.’
Ondertussen zijn ze het dorp door en fietsen ze naar de dijk.
Tessa maakt vaart voor de oprit, Iris doet rustiger aan. Op de
dijk hebben ze de wind tegen en wordt het echt trappen. Even
later passeren ze het huis van Jorissen, waar Tessa altijd de krant
bracht. Soms ging Iris met haar mee. De bouvier die voor het
1,2,3 5,6,7,8,9,10,11,12