Hoorde je wat ik zei?’
Iris knikt. ‘Dat we geluk hadden bij het verkeerslicht.’
‘Je weet het echt wel,’ zegt David. ‘Jij hebt misschien dubbel geluk.’
Iris zet snel haar fiets in de stalling. Als David gelijk krijgt, zal
Maurice haar binnenkort wel bellen.
Het is al druk op het schoolplein. De meeste leerlingen staan in
groepjes met elkaar te praten. Iris en Tessa worden direct opge-
nomen in hun oude clubje.
‘Ha, tweeling, zijn jullie er ook weer?’ roept Martijn.
‘Hoe was je vakantie?’ vraagt Paulien.
‘Gaaf,’ antwoorden de meiden tegelijk.
‘Jullie kunnen het niet laten,’ merkt Alexander op. ‘Hoe komt
dat toch?’
‘Daar zijn we een tweeling voor,’ antwoordt Tessa.
‘Om de beurt praten alsjeblieft.’
‘Ja, opa,’ zeggen ze allebei.
‘Zo kan het wel weer,’ zucht Alex.
Paulien tikt Tessa op de arm. ‘Wat hebben jullie allemaal beleefd?’
‘Vertel eens?’ spoort Anne aan.
‘Het was tof in ons vakantiepark,’ vertelt Tessa. ‘Het lag aan het
meer.We hebben gezwommen en zo. En veel lol gehadmetMario.’
‘Wie is dat?’ vervolgt Anne.
‘Hij logeerde er ook.’
‘Heb je soms verkering?’ vraagt Paulien.
‘Ja,’ knikt Tessa. ‘Maar niet met Mario.’
‘Wie is de gelukkige?’
‘Dat komt straks, ik maak eerst dit verhaal af.’
David zucht. ‘Hoeveel heb je er dan?’
‘Een heleboel,’ grinnikt Iris. Ze gebaart dat Tessa verder moet
gaan.
‘Mario had eerst niet in de gaten dat we een tweeling waren.’
‘Dat snap ik niet,’ zegt Alexander. ‘Jullie zijn toch altijd bij elkaar?’
1,2,3,4,5,6,7,8,9 11,12