12
staan in hun eigen stal. Ze worden echt verwend.’
De juf schrijft Roelands voorbeeld op het bord.
Oude paarden goed verzorgen in een rusthuis.
‘We moeten onze hond op tijd uitlaten,’ roept Thijs. ‘En
vaders en moeders mogen niet de hele dag weg zijn, dat is
zielig voor een dier.’
‘U mag ook opschrijven dat we dieren goed voedsel moeten
geven,’ zegt Jeroen.‘Bijvoorbeeldbrokjesengeenetensresten,
want dan gaan ze stinken.’
Renske schiet in de lach.
‘En dat we alle dieren een fijn leven moeten geven,’ zegt
Evelien. ‘Ze moeten naar buiten kunnen en genoeg afleiding
hebben.Dierenmogennietopgeproptwordeningrotestallen.’
Grote stallen? Renske denkt aan de kippen op hun boerderij.
Ze steekt haar vinger op.
‘Bij ons zitten de kippen in een heel grote schuur. Maar mijn
vader zorgt wel goed voor ze.’
‘Nou, maar als die kippen dan groot worden, kunnen ze
zich misschien bijna niet bewegen. Dat is zooooo zielig,’
zegt Evelien weer. ‘Waarom laat jouw vader ze eigenlijk niet
gewoon in de wei lopen?’
‘Ja,’ roept Thijs. ‘Dat moet hij doen. Anders is jouw vader
een dierenbeul.’
Renske kijkt verschrikt naar Thijs.
Opeens roept en praat iedereen door elkaar heen.
‘Kippen moeten lekker kunnen scharrelen. Ze horen buiten.
Net als varkens, die moeten zich in de modder kunnen rol-
len,’ zegt Evelien. ‘Net als vroeger.’
‘Ga zelf in de modder rollen,’ roept Renske. ‘Wat weet jij nou
1,2,3,4,5,6,7 9,10,11,12