12
‘Gaaf dat jij een mobieltje hebt,’ zegt Nikkie. ‘Ik krijg er pas
een als ik naar de middelbare school ga.’
‘Soms wou ik dat ik er geen had,’ zegt Julia met een zucht.
‘Ik wil hem wel hebben, hoor.’
Julia steekt haar tong uit. ‘Je kan hem krijgen, met mijn
vader erbij.’
Handig toetst Julia een berichtje in. Ze laat de mobiel in
haar jaszak glijden. ‘Zo, nu weet hij het. Ik moet eigenlijk
helpen verhuisdozen uitpakken. Maar dat doe ik dan straks
wel.’
‘Ik wil je best meehelpen,’ stelt Nikkie voor. ‘Als we eerst
samen Blacky uitlaten, dan kunnen we daarna toch naar
jouw huis gaan?’
‘Eh, nee, doe maar niet,’ zegt Julia en ze kijkt weg.Wat doet
ze opeens geheimzinnig.
‘Kom, we gaan. Anders ligt er straks een dikke plas van
Blacky in de kamer.’
1,2,3,4,5,6,7 8