9
Ze buigt zich over haar boek. Opdracht twee is goed te
doen: ‘Zoek de persoonsvorm in de zin.’
Gewoon werkwoorden opschrijven.
Er klopt iemand op de deur van groep 8. Nikkie stopt met
schrijven. Zou het Nathan zijn? Zijn stoel is leeg, hij heeft
zich vast weer verslapen.
‘Binnen!’ roept juf Barbara en ze loopt al naar de deur. ‘Blij-
ven jullie aan het werk?’
Nikkie kijkt om zich heen. Bijna niemand schrijft nog.
Maartje natuurlijk wel, die merkt niet dat er geklopt wordt.
Ze is helemaal verdiept in haar werk. De hele wereld kan
instorten, en Maartje zou er niets van merken. Ze is gek op
schrijven. De deur zwaait open. Een lange man en een meis-
je stappen de klas in. Naast die grote man lijkt het meisje
maar klein. Zelfs juf Barbara is naast hem een stuk kleiner.
‘Goedemorgen,’ zegt de juf. Ze geeft de man een hand en
lacht naar het meisje. ‘Hallo Julia, welkom bij ons in de
groep.’
Nikkies mond valt open. Dat was het. De juf had giste-
ren gezegd dat er een nieuw meisje bij hen in de klas zou
komen. Dat meisje doet haar aan iemand denken… Julia
heet ze. Klinkt leuk. Ze heeft mooie donkerblonde krullen
en felblauwe ogen. Een paar tellen haken hun blikken in
elkaar. Zag ze dat goed? Glimlachte Julia even naar haar?
De juf loopt met Julia naar de tafel die ze al voor haar heeft
klaargezet. Ze mag in het groepje van Max, Luuk en Tessa.
Dat was nog het enige groepje met drie kinderen.
‘Tessa, wil jij even uitleggen wat de opdracht is?’ vraagt juf
Barbara. Ze kijkt de klas rond. ‘Gauw weer aan het werk,
jongens.Voor de pauze moet het klaar zijn.’
‘Vul de goede woorden in,’ leest Nikkie als ze aan opdracht
1,2,3,4 6,7,8