10
drie begint. Gelukkig, de woorden waar ze uit moet kiezen,
staan erboven. Uit haar ooghoeken ziet ze de juf zachtjes
met de vader van Julia praten. Hij schudt de hand van juf
Barbara en loopt naar zijn dochter. Vreemd, zijn handen
beven alsof hij een oude man is.
‘Tot vanmiddag, Juul,’ zegt hij.
In de pauze staan er wel tien kinderen om Julia heen. Nikkie
klimt op de spoorbielzen. Ze ziet Julia met haar armen stijf
over elkaar staan. Haar mond is een streep en haar wangen
zijn rood. Julia vindt het duidelijk niet leuk.
‘Gaan jullie eens spelen.’
Hun eigen juf heeft pleinwacht, die let op zulke dingen. De
kinderen stuiven alle kanten op. Julia leunt met haar rug
tegen de muur van de school. Ze slaakt een diepe zucht.
Nikkie lacht naar haar. ‘Die zijn weg.’
Julia bijt in haar appel. ‘Blij toe.’
Nikkie gaat naast Julia staan. Ze wil haar wel honderd vra-
gen stellen. Maar ze houdt haar mond. Julia smijt haar klok-
huis in de plantenbak bij de spoorbielzen.
‘Pas op, dat is hier verboden.’
Julia haalt haar schouders op. Nikkie krijgt een kleur.Waar-
om zei ze dat nou? Ze is juf Barbara niet!
‘Ik haat verhuizen en dit is de vierde keer al.’
‘Ik ben nog nooit verhuisd.’
Julia stoot haar aan. ‘Ik wou dat ik met jou kon ruilen.Wed-
den dat jij tig vriendinnen hebt en al jaren op een leuke
sport zit?’
Nikkie trekt een denkrimpel. Ze kan goed opschieten met
een heleboel meisjes. Maar eigenlijk heeft ze op dit moment
niet één echte hartsvriendin. Ooit, lang geleden had ze er
wel een. Emma heette ze.
1,2,3,4,5 7,8