7
- 1 -
Nikkie kleedt zich op haar gemak aan. Ze heeft tijd genoeg.
Ze werd heel vroeg wakker vanmorgen. Kwam dat door de
zon die door haar gordijnen scheen? Of misschien door de
vogelgeluiden buiten? Ze kan zich nog vaag herinneren dat
ze een deur dicht hoorde slaan.
Papa en mama zijn allebei al naar hun werk. Papa wil voor
de file aankomen en mama heeft vroege dienst in het zie-
kenhuis.
Heeft zij lekker het rijk alleen in huis. Nee, dat is niet waar.
Blacky is er ook nog. Zingend loopt ze de trap af. Licht en
vrolijk voelt ze zich. Zou dat komen omdat de zon eindelijk
eens schijnt na al die regendagen?
Hun zwarte golden retriever komt kwispelend naar haar toe
gelopen. ‘Even geduld, Blacky, ik ga zo met je uit. Eerst eten
en brood smeren.’
Ze trekt de koelkast open. Hé, wat lief. Mama heeft haar
broodtrommel al klaargezet. Dat scheelt weer. Kan ze wat
langer met Blacky uit.
Een half uur later loopt ze naar school. Er was iets bijzon-
ders vandaag. Raar is dat, ze is het helemaal kwijt. Wat zei
juf Barbara? Heel bijzonder kan het niet zijn, dan had ze het
wel onthouden.
Op het plein krioelt het van de kinderen.Wat een geschreeuw.
Ze moet altijd weer omschakelen: na de stilte thuis die
1,2 4,5,6,7,8