Mijn schapen horen Mijn stem - page 13

17
schijngelovigen blijf ik zeggen dat de ware gelovigen opvallen
door hun liefde tot de gemeenschap en de omgang met elkaar.
Als ze afscheid nemen van elkaar is er bij hen de neiging om in
zwaarmoedigheid weg te kwijnen. Het bij-elkaar-zijn is nu juist
de levensadem in hun neusgaten.
Het laatste wat ik over schapen wil opmerken, is dit: van alle die-
ren zijn zij het meest hulpeloos; ze gaan heel graag dolen. Het is
heel waarschijnlijk dat ze verdwalen en van hunweide afzwerven.
Zo is het ook met het volk van Christus. Het zijn mensen die
maar al te zeer geneigd zijn om zich af te wenden en wegen in te
slaan die niet goed zijn. Tevergeefs worden ze gewaarschuwd en
wordt hun de raad gegeven om waakzaam te zijn en te letten op
de weg die ze gaan. Vaak raken ze in een toestand van slaperig-
heid en passiviteit en hebben ze het idee dat er geen gevaar is.
Zo dwalen ze langs een of ander zijpad; ze worden alleen maar
wakker gemaakt door genadige kastijding of door een zware
val. Ze denken dat ze sterk genoeg zijn om voort te gaan zonder
voortdurend waakzaam te zijn. Dan wenden ze hun blik af van
de grote Herder en dwalen naar hun eigen begeerten van het ene
veld naar het andere, totdat ze uiteindelijk merken in duisternis
en twijfel te zijn. En ook: de schapen van Christus keren, net
als andere schapen, bijna nooit zonder nadeel en verlies naar de
kudde terug, want het is veel gemakkelijker om van de goede
weg af te raken als je daarop bent, dan erop terug te komen als
je hem kwijt bent.
Er zijn sommige mensen die denken dat christenen volmaakte
en onberispelijke schepselen zijn, maar dat is echt een opvatting
die ver bezijden de waarheid is. Zonder twijfel streven ze naar
volmaaktheid, maar de allerbesten schieten hierin veel tekort.
1...,3,4,5,6,7,8,9,10,11,12 13
Powered by FlippingBook