Mijn schapen horen Mijn stem - page 8

12
Christus vergelijkt hen met schapen. Hij zegt nadrukkelijk: Ze
zijn van Mij, ze horen Mij en volgen Mij. We zullen er goed aan
doen om in elk van deze aanduidingen over de stof na te denken.
Ware christenen worden dus met schapen vergeleken. We zul-
len merken dat er in deze vergelijking een heel diepe betekenis
schuilt als we die bezien. Schapen zijn de onschuldigste, rustigste
schepselen die God heeft gemaakt. Zo zou het bij christenen
ook moeten zijn. Ze zouden heel nederig en ootmoedig moeten
zijn, als discipelen van Hem Die gezegd heeft: Leert van Mij dat
Ik zachtmoedig ben en nederig van hart. Men zou hen moeten
kennen als mensen met een heel milde en liefhebbende geest,
die ernaar verlangen om goed te doen aan allen om hen heen;
mensen die niemand door woord of daad zullen kwetsen, die de
grote dingen van deze wereld niet zoeken, maar er tevredenmee
zijn om oprecht voort te gaan op het pad van de plicht en alles te
aanvaardenwaarvanhetGode behaagt hun dat toe te schikken. Zij
behoren in hun leven en in hun uitwendige wandel te laten zien
dat de Heilige Geest hun een nieuwe natuur heeft gegeven, hun
oude verdorven gesteldheid heeft weggenomen en in hen god-
vruchtige gedachten, voornemens en verlangens heeft geplant.
Wanneer we dan ook mensen zien die elkaar bijten en vereten,
mensen die liefdeloze dingen zeggen en doen ten opzichte van
hun naasten, mensen die bij de minste aanleiding fel, driftig, hu-
meurig en boos worden, vol afgunst zijn, die twisten en bittere
woorden spreken, dan zeggen we terecht: U behoort niet tot de
kudde van Christus; umoet nog wedergeboren, en tot een nieuw
schepsel gemaakt worden. Er moet een geweldige verandering
plaatsvinden. U kunt belijden wat u wilt, maar voor dit ogenblik
kunnen we bij u alleen maar de geest van de oude mens zien, de
geest van de eerste Adam, maar niets van de Tweede Adam, Jezus
1,2,3,4,5,6,7 9,10,11,12,13
Powered by FlippingBook