Dagelijks manna - page 4

2 j a n u a r i
D
IE de Heere verwachten,
dat snoert we-
reldgezindheid en zondelust af. Wij
zien de mens in zijn natuurstaat wandelen
als een schaduw, zonder wezenlijk bezit.
Een wachtende, een uitziende ziel te heb-
ben is noodzakelijk vandaag, ja, alle dagen
van het jaar.
Het moet dienaangaande tot een beslissing
komen in ons leven. ‘Zo de Heere God is,
volgt Hem na, en zo het Baäl is, volgt hem
na!’ ‘Kiest u heden, wie gij dienen zult.’ Van
wie verwacht u het? Hoelang hinkt u op
twee gedachten? Hoelang noch koud, noch
heet? Moet dat ook dit jaar weer zo door-
gaan, onbeslist, van twee wallen willen eten
en in de grond van de zaak God vergeten?
Zie eens hier, u moet alles loslaten. Los van
al het ondermaanse en umoet vast raken aan
de Eeuwige, Die van geen verandering weet
en bij Wie geen schaduw van ommekeer is.
Ik zie mensen zwoegen, slaven, vol ijdelheid
hun dagen doorbrengen. Ja,
door
-brengen,
maar ...
die de H
EERE
verwachten!
De mensen zijn vermoeid nog voor zij aan
het werk gaan. De rustdag wordt gebruikt
voor uitgaan en pret maken en ’s maandags
hebben zij geen lust in hun werk, geen ener-
gie, zonder toekomstverwachting.
Wij hebben hier geen blijvende stad maar
zoeken de toekomende. En nu blikt mijn
verwachting boven het stof. Mijn verwach-
ting in mijn nood, in de nood van de kerk
en van de wereld. Ja, ik ben een mens die
nog hoop heeft, die nog verwachting kent,
zo tekent onze tekst het verwachten des
Heeren.
Die de Heere verwachten
... uitziende mensen,
Maar die de H
EERE
verwachten, zullen de kracht vernieuwen.
j e s a j a 4 0 : 3 1
dikwijls zuchtende mensen, maar dicht bij
de genadetroon. Hier is een stand van het
leven die zeer wenselijk en noodzakelijk is.
Dit zijn geen afgestompte mensen, maar
naar boven uitziende pelgrims, die de reis
voortzetten op kosten van de Heere.
Zo zien wij dan ook, dat er leven van de
hoop en van de verwachting geboren wordt
uit de gemeenschap met de Zaligmaker,
Die gisteren en heden Dezelfde is en tot in
eeuwigheid.
U let toch wel voortdurend op het woordje
maar,
zodat u bedenkt dat het bij degenen
die de Heere niet verwachten anders is. Zij
hebben geen gewaarborgde toekomst, geen
verwachting die hen kan staande houden;
wat ook over hen komen zou.
Vragen wij nu elkaar af, wat
veronderstelt
dit
verwachten des Heeren? Wel, het is dui-
delijk zou ik zeggen, het veronderstelt de
beleefde
onmisbaarheid
des Heeren in Zijn
genade en gunst.
Van nature kunnenwij de Heere best missen
en daarom zijn we feitelijk zo ongelukkig
en onzeker. Als de zaken naar wens gaan, we
gezond zijn, dan menen we God niet nodig
te hebben, praktische atheïsten die we zijn.
Wat dit verwachten verder veronderstelt?
Wel, wanhopen aan eigen kennen en kun-
nen; wanhopen aan eigen wijsheid en
sterkte, met verloochening van eigen doen,
anders is dit verwachten van onze tekst er
niet, dan gaan we met
onze
plannen, met
onze
wijsheid, met
onze
kracht het nieuwe
jaar in.
l e z e n : j e s a j a 4 0 : 1 - 1 1
1,2,3 5,6,7
Powered by FlippingBook