Verlaat niet wat Uw hand begon - page 9

15
Toch zullen beide gekend worden, hoe zwaar ook menigmaal hun strijd
zal zijn. Zij krijgen allenmet een driehoofdige vijand te doen, die hun val
en ondergang zoekt en bij dagen en nachten hen benauwt.
Maar omkort te zijn, al degenen die inwaarheid door Gods Geest bewerkt
worden, zullen hun schuld en zonde uit de wet Gods en hun verloren en
gescheiden staat, krachtens hun diepe val in Adam, leren kennen, maar
zullen ook door de werking van diezelfde Geest vatbaar gemaakt worden
voor het Evangelie, geopenbaard in Christus Jezus. Zonder troost zal
niet één van dat volk sterven. Dat is Gods eigen belofte en die belofte zal
Hij zekerlijk vervullen. Want zovele beloften Gods als er zijn, die zijn in
Christus ja, en zijn in Hem amen, Gode tot heerlijkheid.
Al dat volk krijgt in mindere of meerdere mate met Gods recht te doen.
Niemand zal zijn broeder immermeer kunnen verlossen en zal Gode zijn
rantsoen niet kunnen geven. Het is alleen Christus, Die als de vrucht van
Gods welbehagen Zijn ziel gegeven heeft tot een rantsoen voor velen.
Hij heeft aan het geschonden recht Gods volkomen voldaan door Zijn
lijdelijke en dadelijke gehoorzaamheid. Hij heeft de vloek van de wet
weggenomen door voor Zijn volk een vloek te worden. Christus heeft
in de weg van lijden en sterven Gods toorn gestild en Gods gramschap
geblust, zodat Hij nu met Zijn volk tevreden is (Ps. 85:3) en God geen
zondemeer ziet in Jakob, en geen overtreding inZijn volk Israël. Christus
is voor dat volk gestorven, toen zij nog vijanden waren, en nu worden
zij als vijanden met God verzoend door de dood Zijns Zoons (Rom. 5)
en worden weer hersteld in de gemeenschap met God, en krijgen door
Hem een recht tot het eeuwige leven.
Dat is voor de ganse uitverkoren kerke Gods, maar om nu het nut en het
profijt daarvan te hebben voor ons persoonlijk, dan moet dat alles aan
ons en in ons geopenbaard worden, maar ook toegepast door de Heilige
Geest. Dat niet alleen anderen, maar ook mij vergeving der zonden,
eeuwige gerechtigheid en zaligheid van God geschonken is uit louter
genade, alleen om de verdiensten van Christus’ wille.
Ongetwijfeld, daar zullen hier en daar, in hoeken en kanten, nog wel
uitziende zielen geweest zijn, die in het jaar dat achter ons ligt, uitgezien
1,2,3,4,5,6,7,8 10
Powered by FlippingBook