Verlaat niet wat Uw hand begon - page 7

13
1. O
VERDENKING NA DE
JAARWISSELING
W
IJ schrijven vandaag weer 2 januari. Het oude jaar met al zijn
wederwaardigheden,met verrassingen en teleurstellingen, vreug-
de en verdriet, maar ook met al zijn schuld, zonde en tekort, ligt weer
achter ons. Het behoort weer tot het verleden. Dat jaar komt nooit meer
terug dan alleen in de dag der eeuwigheid. En dan zal het een persoonlijke
vraag voor ons zijn: Hoe zal het dan terugkomen? Tot onze blijdschap of
tot onze veroordeling?
Voor demeestemensen heeft de wisseling gedachteloos plaatsgehad.Die
wisseling van oud- in nieuwjaar heeft plaatsgevonden in brooddronken-
heid, in allerlei ijdel vermaak, in allerlei dwaasheid, in eten en drinken,
zot geklap, en zoveel meer, waar de tijd mee doorgebracht wordt, om
alle gedachten van dood en eeuwigheid te onderdrukken, als er nog iets
van in de consciƫntie is overgebleven. De grote massa weet helaas niet
meer wat hemel en hel betekent. En onder de belijders van de waarheid
wordt alles zo materialistisch, dat de gewoonten van de wereld gevolgd
worden, en de hartenmeer enmeer verharden, en in zelfvoldaanheid van
het ene jaar in het andere stappen, zonder meer te beseffen dat zonder
wedergeboorte niemand het Koninkrijk Gods zal ingaan.
Inderdaad, het is ombang van teworden alswij enigszinsmogen indenken
de ernst van de toestandwaarinwij ons bevinden, ookmet onze gezinnen
en met de kerken. Maar het ergste is: wij worden er niet benauwd onder.
Het wordt alles een gewoonte. En toch, hoe nachtelijk donker het is, en
steeds meer wordt onder het oordeel van de Goddelijke verlatingen en
verbergingen van Zijn aangezicht vanwege onze zonden en grote schuld,
er zal tot aan het einde van de wereld nog een overblijfsel zijn naar de
verkiezing der genade. Nee, daar zullen wij niet voor zorgen, maar daar
zorgt God Zelf voor naar Zijn eeuwige raad en voornemen, en uit de
ingewanden van Zijn Goddelijke barmhartigheden en ontfermingen in
1,2,3,4,5,6 8,9,10
Powered by FlippingBook