Verlaat niet wat Uw hand begon - page 5

10
Dat de nagelaten geschriften tot zegening zijn, is door velen ervaren.
De zorgen over Gods gemeente zijn groot. Ds. Lamain schreef daarvan:
‘Over het algemeen wordt over de consciëntie en over de opvoeding
heengestapt, en men trekt zo gemakkelijk een juk aan met de ongelovi-
gen.Men vergezelschapt zichmet de wereld en de grenzen wordenmeer
en meer uitgewist, maar daardoor wordt ook de Geest uitgeblust, zodat
de zichtbare kerk zeer weinig van de werkingen van Gods Geest wordt
waargenomen. En over het algemeen, de ogen zijn ervoor gesloten; er is
geen stem of opmerking meer.’
Over het uitzien van het ware geloof in het hart van de uitziende Kerk
schreef hij: ‘Wanneer wij door genade met Paulus gestorven zijn en
dagelijks mogen sterven, dan zal het sterven geen sterven zijn. Dan is de
prikkel weggenomen, en dan zal de dood geen betaling voor de zonde zijn,
maar een afsterven van dezelve, en een doorgang tot het eeuwige leven.
Dan zal de dag des doods beter zijn dan de dag dat wij geborenwaren. De
verlossing uit een wereld die in het boze ligt, uit een lichaam der zonde
en des doods, en van een duivel die ons wat geplaagd, vervolgd, benauwd,
gepijnigd en beroerd heeft, gewond en verwond, zoals het nooit is uit te
drukken, en dan aankomen in een land, waar wij nooit meer moeten en
kunnen zondigen, maar waar zij hun wens verkregen hebben, en dat is:
met hun ganse hart God grootmaken.’
De vrucht van het leven toont de levensinhoud. In dit boek mogen wij
een blik slaan in het hart van een geoefend, gelouterd en beproefd kind
en knecht van God. Dat de gedachtenis aan zijn leven en bediening velen
tot zegen moge zijn.
Wat was dewens van zijn hart? Ook dat is te lezen.Dat er een diepe indruk
zij in het hart. Dat er nog een oor en een hart voor zij. Dat is een gift van
boven. ‘Van nature zijn wij, krachtens onze diepe val, niet vatbaar voor
Gods getuigenis. God Zelf zal er plaats voor moeten maken in onze har-
ten, door Zijn Heilige Geest, doch ’t is ook nog groot te achten wanneer
wij nog niet aan de totale verharding zijn overgegeven, en er nog beslag
mag zijn voor de waarheid Gods.’
1,2,3,4 6,7,8,9,10
Powered by FlippingBook