De Fontein des levens - page 6

12
De kennis van Christus ligt ten grondslag aan alle plichten.
Bij alle christenen zijn niet alleen de genadegaven,maar ook de plichten gefundeerd
op de kennis van Christus. Moet een christen geloven? Dat kan hij nooit zonder
Christus te kennen. Het geloof hangt zozeer af van het kennen van Hem, dat het
zijn naam ervan ontvangt. Jesaja 53 vers 11: Door Zijn kennis zal Mijn Knecht, de
Rechtvaardige, velen rechtvaardigmaken. Vandaar dat er in Johannes 6 vers 40 staat
dat het ‘zien’ en het ‘geloven’ tot een en dezelfde zaak worden gemaakt. Zal iemand
hoop koesteren op God? Dat kan hij helemaal niet zonder Christus te kennen, want
Hij is Degene Die deze hoop werkt (1 Petr. 1:3). Hij is er ook het Voorwerp van
(Hebr. 6:19), de Grondslag en de Ondersteuning (Kol. 1:27). Zoals u zonder deze
kennis niet kunt geloven of hopen, kunt u evenmin zonder een toereikende mate
van deze kennis op een welaangename wijze bidden. Zelfs een heiden kon zeggen:
‘Mensen mogen niet zonder licht over god spreken.’ De ware wijze van met God te
wandelen, en in het bidden vreugde in God te hebben, is dat we door de Middelaar
het geloof in Hem oefenen. Zoveel troost en ware uitnemendheid ligt hierin, en
meer niet. O, wat is het kennen van Christus dan onontbeerlijk voor allen die zich
in welke plicht dan ook tot God wenden!
De kennis vanChristus ligt ten grondslag aan alle vertroostingen.Alle vertroostingen
van de gelovigen zijn stromen uit deze bron. Jezus Christus is het Voorwerp van de
blijdschap van de gelovige. Filippenzen 3 vers 3:Wij verheugen ons inChristus Jezus
(Eng. vert.). Neem het kennen van Christus weg, en de christen is het droevigste en
somberste schepsel op aarde. En dan ook: laat Christus Zich maar eens openbaren
en de stralen van Zijn licht plotseling in hun ziel doen vallen, dan zal dat hen de
brandstapel doen kussen, hen in de vlammen doen zingen en hen doen juichen in
de smarten van de dood, als mensen die de buit verdelen.
Ten slotte.Deze kennis ligt ten grondslag aan de eeuwige gelukzaligheid van de ziel.
Zoals we geen plicht kunnen volbrengen en geen troost kunnen genieten, kunnen
we evenmin zonder die kennis behouden worden. Johannes 17 vers 3: En dit is het
eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die
Gij gezonden hebt. Als het eeuwige leven het kennen van Christus is, dan is de eeu-
wige verdoemenis dat Christus niet wordt gekend. Zoals Christus de
Deur
is Die de
hemel opent, is de kennis de
sleutel
die tot Christus toegang geeft. De uitnemende
gaven, de beroemde kwaliteiten van deugdzame heidenen - hoewel zij daardoor
hoge achting en eer onder de mensen hebben verworven - hebben hen toch in een
toestand van verderf achtergelaten, enwel vanwege het grote gebrek dat zij Christus
niet kenden (1 Kor. 1:21). Zo zien we hoe fundamenteel het kennen van Christus
is, wezenlijk noodzakelijk voor alle genadegaven, plichten, vertroostingen en voor
de gelukzaligheid van de ziel.
1,2,3,4,5 7,8,9,10
Powered by FlippingBook