10
Christus
. Ik heb niets voorgenomen te weten. Dat is: niet over mijzelf na te denken,
en u niets anders te leren dan Jezus Christus. Christus zal het Middelpunt zijn,
waarnaar alle lijnen van mijn bediening getrokken zullen worden. In mijn preken
en brieven heb ik over veel andere onderwerpen gesproken en geschreven,maar dat
is alles afgeleid van de verkondiging en de bekendmaking van Jezus Christus. Van
alle onderwerpen in de wereld is dit het liefelijkste. Als er iets is aan deze zijde van
de hemel wat onze tijd en onze aandacht waard is, is dit het wel. Zo verheerlijkt
Paulus zijn leer vanuit de uitnemendheid van het onderwerp. Alle andere leerstel-
lingen acht hij in vergelijking hiermee slechts als nietige dingen.
Ten tweede hebben we hier de bijzondere verwijzing naar Christus, de bijzondere
beschouwing van Christus, die de apostel uit alle overige en uitnemende waarheden
omtrent Christus uitkiest, om er de voornaamste kracht van zijn bediening aan te
besteden:
Christus als de Gekruisigde
, en dat temeer omdat hij hiermee het algemene
vooroordeel wil wegnemen dat vanwege het kruis tegen Christus werd ingebracht:
de gekruisigde Christus was immers voor de Joden een ergernis en voor de Grieken
een dwaasheid (zie 1 Kor. 1:23). Christus als de Gekruisigde paste dus heel goed bij
zijn bedoeling om hen tot Christus te trekken. Zoals Christus boven alle andere
onderwerpen staat, staat de gekruisigde Christus ook boven alle dingen in Christus.
De nadruk ligt dan ook heel sterk op de woorden: en Dien gekruisigd.
Ten derde is demanier waarop Paulus over dit allesovertreffende onderwerp tot hen
sprak, ook opmerkelijk. Hij heeft niet alleen de gekruisigde Christus verkondigd,
maar Hemook volhardend en duidelijk verkondigd.Hij heeft Christus herhaaldelijk
verkondigd. Wanneer hij ook maar over de gekruisigde Christus preekte, preekte
hij over Hem als de werkelijk Gekruisigde. Dat is de kern van de woorden. Het is
om de mensen te doen weten dat zijn geest op dit onderwerp geconcentreerd was,
alsof hij van geen ander onderwerp wist, en evenmin bereid was over een ander
onderwerp te spreken. Al zijn preken waren zo vol van Christus, dat zijn hoorders
misschien wel zouden denken dat hij van geen andere leer afwist.
Let daarom op de leerstelling:
Er is als zodanig geen uitnemender leer die noodzakelijker
is om verkondigd en bestudeerd te worden dan de leer van Jezus Christus, en Dien gekruisigd
.
Alle andere kennis, hoezeer die in de wereld ook wordt verheerlijkt, moet, in ver-
gelijking met de uitnemendheid van de kennis van Jezus Christus, slechts als drek
worden geacht (Filipp. 3:8). In Denwelken al de schatten der wijsheid en der kennis
verborgen zijn (Kol. 2:3).
Eudoxus
1
was zo ontroerd door de heerlijkheid van de zon, dat hij dacht dat hij
1. Eudoxus van Cnidus (ca. 410-ca. 350 v. Chr.). Leerling van de filosoof Plato; een veelzijdig weten-
schapper. Hij blonk uit in wiskunde, geografie en astronomie.
