11
alleen maar geboren was om de zon te zien. Veel méér zou een christen van zichzelf
moeten oordelen dat hij alleen maar geboren is om de heerlijkheid van de Heere
Jezus te zien en zich daarin te verheugen.
De waarheid van deze stelling zullen we verkondigen door de leer van Christus op
twee manieren te beschouwen.
Ten eerste. Als wij deze leer in absolute zin beschouwen, en ook de liefelijke eigen-
schappen waarmee deze uiteraard is bekleed, zal deze worden afgeschilderd als veel
beter dan alle andere studies en wetenschappen.
De kennis van Jezus Christus is nu juist het merg en de kern van de hele Schrift. Zij is
het doel en hetmiddelpunt van alleGoddelijke openbaringen.De beideTestamenten
komen in Christus samen. De ceremoniële wet is vol van Christus, en het Evangelie
is vol van Christus. De gezegende lijnen van de beide Testamenten komen in Hem
samen. Het is het voornaamste doel van de uitnemende Brief aan de Hebreeën om
te laten zien hoe beide harmoniëren en op een liefelijke manier in Jezus Christus bij
elkaar komen. Wij mogen immers die Brief de liefelijke harmonie van beide Testa-
menten noemen. Dit wijst op de onuitsprekelijke uitnemendheid van deze leer. De
kennis hiervanmoet noodzakelijkerwijs een sleutel zijn omhet grootste deel van de
Heilige Schrift te ontsluiten. In het verstaan van de Schrift is het immers net als in
de kennis die mensen hebben van de logica en de filosofie. Als een geleerde eenmaal
zover is gekomen dat hij het grondbeginsel begrijpt, waarom alles in de discussie als
op een scharnier draait, dan zal de juiste kennis van dat beginsel hem door de hele
discussie heen brengen en hem bij elke bewijsvoering van een oplossing voorzien.
Net zo is de ware kennis van Jezus Christus als een leidraad die ons door het hele
labyrint van de Schrift voert.
De kennis van Jezus Christus is een
fundamentele kennis
. Fundamenten zijn heel nut-
tig, hoewel je ze het minst ziet. De kennis van Christus ligt ten grondslag aan alle
genadegaven
,
plichten
,
vertroostingen
en aan de
gelukzaligheid
.
De kennis ligt ten grondslag aan alle genadegaven.
De genadegaven beginnen alle bij de kennis. Kolossenzen 3 vers 10: ...de nieuwe
mens wordt vernieuwd in de kennis (Eng. vert.). Net als de oude schepping, begint
de nieuwe schepping met licht. Het openen van de ogen is het eerste werk van de
Geest. Zoals het begin van de genade van de kennis afhangt, hangen ook alle ver-
dere ontwikkelingen in de genade af van de toenemende kennis. 2 Petrus 3 vers 18:
Maar wast op in de genade en kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus.
Zie dan hoe deze twee, de genade en de kennis, in de ziel van een christen gelijke
tred houden. In de mate waarin het ene toeneemt, neemt ook in overeenstemming
daarmee het andere toe.
