11
De Eerste Wereldoorlog is voorbij.
Na de eerste grote vreugde waarmee Engeland zijn soldaten in het
land terug ontvangt, komt de depressie dat er niet voldoende arbeids-
plaatsen zijn.
Alle werk in kantoren, winkels en fabrieken moet vrijkomen voor de
thuisgekomen mannen. Alleen de huishoudelijke arbeid van kamer-
meisje of keukenhulp staat open voor vrouwen en meisjes. Er zijn meer
werkzoekende meisjes dan mogelijkheden om te werken. Een overschot
aan arbeidskrachten maakt de werktijden lang en het salaris laag.
Wie zo gelukkig is een dienst te vinden, doet haar uiterste best die
plaats te houden.
Slordigheid of ongehoorzaamheid tegenover de werkgever kan meteen
ontslag betekenen. Men werkt van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat
en probeert de ene vrije avond per week uit te buiten door vrolijke
ontspanning.
Daarvoor trekken ze uit hun huishoudelijke diensten ’s avonds naar
het verlichte hart van Londen.
Vermoeid van een dag lang, zwaar werk, laten ze zich in een makkelijke
stoel in een theater neerzakken, die ze voor een paar penny kunnen
huren.
Daar zitten ze dan met hun hoofden nieuwsgierig vooruitgestoken en
staren onafgebroken met spanning naar het podium, waar de toneel-
spelers hen spannende avonturen laten beleven.
Glady zit er ook en luistert bijna ademloos naar de uitgebeelde geschie-
denissen van rijkdom, vreugde, vrolijkheid, afgewisseld door plotselinge
wendingen waarin teleurstelling, verdriet, angsten en uiteindelijk een
‘happy end’ volgen. De decors en wanden op het podium met schil-
deringen van weelde, rijkdom en prachtige natuurtaferelen, maken
telkens weer diepe indruk op haar.
Ze voelt zich dan weggetrokken uit haar bestaan van kamermeisje in
Londen en meegezogen naar ongrijpbare weelde, naar onbereikbare
levenshoogten.
Urenlang staart ze volkomen in beslag genomen naar het toneelspelen,
totdat de lichten in de zaal weer aanflitsen en zij de voorstelling vol
romantiek moet loslaten.
Ineens beseft ze weer de werkelijkheid, dat ze in een Londense feestzaal