12
bijrijdersstoel. Ze moeten het noodplan uitvoeren. Wat stom
om niet eerst het huis te controleren voordat ze die professor
vastbonden.Kondenzijwetendatdiekerel zobegontekrijsen?
Die meid is daar natuurlijk wakker van geworden.
Na een tijdje draait de BMW de snelweg op. Meteen spuit de
wagenvooruit.VoorhemrijdenDamianenBernardopdemotor.
Ze kennen de weg. Calvin grijnst. Als ze die oude wijsneus aan
de praat krijgen, zijn ze rijk.
De afslag van de snelweg komt uit bij een industrieterrein. Bij
een hoog hek remmen de BMW en de motor af. Calvin stapt
uit en opent het hangslot. Geruisloos duwt hij het hek open.
De motor rijdt direct het terrein op. Calvin rijdt de BMW een
eindje verder en stopt om het hek te sluiten.
Dan rijdt hij verder, tot bij een grote, vervallen fabriekshal. Hij
trekt de bivakmuts opnieuw over zijn hoofd en loopt naar de
kofferbak. De professor kijkt hem angstig aan. ‘Wat gaan jullie
met me doen?’
Calvin negeert de vraag, maakt de voeten van de professor
los en trekt hem uit de auto. Hij sluit de achterklep en duwt
de man voor zich uit de fabriekshal in. Het is er aardedonker.
Bernard knipt een zaklamp aan en laat de lichtbundel over de
machines glijden.
Calvin haalt de revolver weer te voorschijn. ‘Lopen.’
Met z’n vieren lopen ze de fabriekshal door.
Deprofessor voelt zijnhart bonzen inzijnkeel. Bij eenmetalen
trap stoppen ze.
‘Trap op!’
Tree voor tree gaat de professor naar boven. Dat is nog aardig
