10
armleuning. De professor schreeuwt het uit van de pijn. Hard-
handig worden zijn beide armen vastgebonden aan de stoel.
Hetzelfde gebeurt met zijn benen. Hij heeft de tranen in zijn
ogen staan. Hij bijt op zijn onderlip. Demanmet de bivakmuts
komt weer voor hem staan.
Op dat moment wordt de keukendeur opengesmeten. Met
een verwilderd gezicht komt een jonge vrouw de keuken inge-
stormd. Ze verstijft als ze de kerels ziet. Haar ogen staan wijd
open. Met een luide gil draait ze zich om en rent weg. In de
donkere gang kan de professor alleen haar wapperende witte
nachtpon onderscheiden.
‘Mieke,’ fluistert hij.
Decriminelenlijkenevenuithet veldgeslagen.Zekijkenelkaar
zwijgend aan.
‘Ga achter haar aan!’ commandeert demanmet de bivakmuts.
Een van de motorrijders loopt direct de keuken uit.
‘NietMieke!’Deprofessor laat zijnhoofdachteroverzakken.Hij
knijpt eenmoment zijn ogen stijf dicht. Als hij de gang weer in
kijkt, brandt er licht. De motorrijder loopt nog steeds. Hij rent
niet eens! Het maakt de professor bang.
De andere motorrijder heeft de kalasjnikov op het aanrecht
gelegden loopt naardekoelkast.Hij trekt dedeuropenenhaalt
er twee flesjes bier uit. Met een mes wrikt hij de doppen er af.
Eén flesje geeft hij aan zijn maat. Dan zet hij zijn helm af. De
professor houdt zijn adem in. Ook een bivakmuts ...
Debivakmutsenwordenietsomhooggeschovenendemannen
drinken zwijgend het bier. Gelaten kijkt de professor toe. De
mannen schijnen niet eens meer op hem te letten. Hun rust
boezemt hem nog meer angst in.