16
‘Gooi je wapen uit het raam!’
Vanuit het dashboardkastje pakt hij een alarmpistool en gooit
het ding door het open raam naar buiten. Kletterend valt het
wapen op het asfalt.
Even zijn de agenten afgeleid en kijken naar het wapen.
‘En nu...’ Meer verstaat Fernando niet meer. Met een ruk draait
hij de sleutel om. De motor slaat aan. Diep trapt hij het gas-
pedaal in. De banden gieren.
BehendigstuurtFernandolangsdepolitieautoheen.Deagenten
geven een schreeuw.
DoorhetgeopenderaamkanBennogeenstukjevanFernando’s
arm onderscheiden. Hij richt zijn dienstpistool op de arm. Op
dat moment laat Fernando zijn arm zakken.
Een kogel schiet naar binnen en blijft steken in het dashboard.
Van schrik geeft Fernando een ruk aan het stuur. De Volks-
wagenbus maakt een paar vreemde slingers over de weg. Nog
een schot klinkt, maar zonder uitwerking.
Fernando zucht en veegt het angstzweet van zijn voorhoofd.
Dat was op het nippertje! In de spiegel ziet hij de agenten in
de politieauto stappen. Het zal moeilijk worden hem nog te
krijgen. Hij is bij de afslag gekomen die hij nodig heeft om de
snelweg te verlaten.
Als hij over het viaduct rijdt, ziet hij onder zich een politieauto
met hoge snelheid voorbij razen. Vergenoegd kijkt hij de snel
vervagende zwaailichten na.
Zondermoeilijkheden bereikt hij na een tijdje een dorpje. Met
Freekheeft hij net buitenhet dorpafgesproken.Het isdeeerste
keer dat hij hem hier opzoekt. Eerder ontmoetten ze elkaar