8
Deboodschappenschuivenweereenstukjeopzij. Joriszetde
appelsapneer. Nu is er ruimte voor de jamopde band tussen
de boodschappen. Deze keer moet hij de pot echt met twee
handen oppakken. De vorige keer ging het niet helemaal
goed. Hij liet hem vallen. Maar toen kon je wel heel goed
tellen hoeveel hele aardbeien erin zaten. Zeven onder de
winkelwagen. En een op mama’s schoen. Dat is samen acht.
Eén keer acht is acht.
Gelukt. Joris kijkt tevreden hoe de jam een plekje heeft ge-
vonden langs de rand. Zie je wel, hij kan het wel voorzichtig.
Joris steekt het rietje weer in zijn mond. Hoeveel appelsap
zit er eigenlijk in zo’n pakje? Vast niet veel. Hij kan dat wel
naarbinnenkrijgenzonderademhalen. Niksaan. Jorisneemt
een hap lucht en zuigt dan zo hard hij kan. Zijn wangen bol,
zijn schouders hoog.
Mama kijkt alweer op haar horloge. En ze zucht nog eens.
Joris probeert te slikken. Oei, z’n hele hoofd zit vol met ap-
pelsap. Hoe krijgt hij dat nou weg? Hij legt het lege pakje
snel neer.
Mama pakt de bloemkool uit de kar. Joris slikt. Hij moet wel,
anders looptdeappelsapzometeenuitzijnneus.Ofhetspuit
uitzijnoren. Slik…slik…weg. Jorismoetervanhijgen. Eindelijk
lucht. Er is niets zo gevaarlijk als appelsap, zeg.
Mamalegthaarhandopdebloemkool.‘Dieetenwevanavond.
Met een sausje.’ Dan zoekt ze iets in haar tas.
Joris trekt z’nmondhoek op. Bloemkool is echt vies. Hij voelt
zijn maag. Of komt dat van de appelsap? Er liggen ook twee
zakkenmacaroni opdeband. Joris heeft een idee.Moet jeop-
letten. Een voor een legt hij de zakken op zijn hoofd. Makkie,
1,2,3 5,6,7,8,9