16
heidsvriend
dat pogingen in het werk waren gesteld om de afdeling ‘weer te
doenontwaken, en te latenwerken. Endie pogingenmochtenmetGods hulp
gelukken. De afdeeling is weer ontwaakt, en zal, zoo deHeerewil, weer gaan
werken. Reeds 30 leden kondenworden geboekt. ...Wij hopen dat GodZijn
zegen op ons werk zal schenken, opdat Zijn Naam daardoor moge worden
groot gemaakt, en onze Kerk moge terugkeeren tot de oude paden.’
7
In 1926 was Kars werkzaam in de buurtschap De Hem aan de Hogedijk bij
Bergambacht. Hij hield daar catechisatie voormeer dan dertig kinderen. Ook
werd er een naaikrans opgericht ten goede van de Gereformeerde Zendings-
bond, ‘waar ookvoor ons arbeidsveldonder deToradja’s goederenvervaardigd
worden.’ Zijn verloofde Johanna Itjeshorst maakte deel uit van het bestuur.
Kars probeerde er ook leden tewervenvoor deGereformeerdeZendingsbond.
In 1927 werd hij correspondent voor de GZB in Schoonhoven.
8
Godsdienstonderwijzer
In mei 1927 deed Kars met goed gevolg examen voor de classis Gouda.
De Waarheidsvriend
berichtte op 10 juni 1927 dat ‘het Classicaal Bestuur
van Gouda na gehouden examen de akte van godsdienstonderwijzer had
uitgereikt aan den heer J. Kars te Schoonhoven.’
9
Kars beschreef hoe zijn moeder reageerde nadat hij geslaagd was. ‘Zij was
blijde met ons. Maar nog hoor ik het haar zeggen: “Als je nu gaat preken,
denk erom, ontheilig Gods dag niet door op zondag met een auto uit pre-
ken te gaan.” Uit honderden gemeenten ontvingen we preekverzoeken, en
ik meende wel genoodzaakt te zijn per auto te gaan, want soms bediende
ik vier gemeenten op een zondag, en preekte in de maand februari (1928)
negenentwintig keer. Kars werd groot. De eerste zondag dat we gingen
preken per auto was naar Goudriaan. De bestuurder reed mis en we hingen
over de brug, boven het water. Met moeite kwamen we vrij, en zagen de
hand Gods die ons tegen was, maar wij gingen toch door.’
In september 1927 werd Kars door de kerkenraad van de Nederlandse
Hervormde Kerk van Giessendam en Neder-Hardinxveld benoemd tot
godsdienstonderwijzer in de plaats van de bekende en geachte L. Verheul,
die naar Brakel was vertrokken. Kars nam deze benoeming ‘onder voorbe-
houd’ aan en zou zich op 2 oktober aan de gemeente verbinden. Een week
later volgde een bericht dat hij toch bedankte.
10
Mogelijk had dit bedanken
